Vorig jaar in mijn belofte kwam profilering al even aan bod. Toen was de vraag: ‘Hoe wil ik mijzelf profileren als ondernemend en onderzoekend journalist?’ Mijn antwoord was toen: als onderzoekend sportjournalist. En die gedachte is niet veranderd gedurende het afgelopen jaar. Het komende halfjaar staat volledig in het teken van mijn profiel en hoe ik mij onderscheid in de journalistiek.
Ik neem daarvoor enkele dingen mee uit mijn afgelopen halfjaar stage. Mijn stage bij ELF Voetbal is erg leerzaam geweest. Ik heb daar mijn schrijfstijl sterk verbeterd en die ontwikkeling is nog steeds gaande. Het is voor mijzelf daarom ook belangrijk dat ik deze in gang gezette processen oppak en doortrek. Ik doel hierbij onder andere op het weglaten van overbodige woorden en zinnen en het aanpassen van taalgebruik op de doelgroep; ik heb dit geoefend tijdens mijn stage, maar moet het blijven doen om de ontwikkeling door te zetten.
Daarnaast zijn er enkele aandachtspunten vanuit mijn stage naar boven gekomen. Zo gaf mijn begeleider bij ELF aan dat ik het interview meer moet gaan zien als middel en niet als doel. Dus: in het verhaal moet naar voren komen waarom juist die persoon gesproken is voor dit artikel. In enkele van mijn stage-interviews was het voor de lezers onduidelijk waarom juist die persoon aanleiding was voor het stuk. Waarom hij? Wat is de aanleiding? Wat is de urgentie van mijn verhaal? Enkele vragen die niet altijd werden beantwoord in de stukken die ik tijdens mijn stage schreef. Dat is iets waar ik het komende halfjaar op wil gaan letten. Duidelijk naar voren laten komen wat de aanleiding van het stuk is, waarom ik gekozen heb voor bepaalde bronnen en sprekers en urgentie laten terugkomen in het verhaal. Om dit te waarborgen wil ik mijn geschreven stukken op deze drie pijlers (urgentie, aanleiding en keuze van bronnen/sprekers) laten ‘toetsen’ door mijn medestudenten.
Ook is het van mij van groot belang om dit semester mijn profiel als schrijvende sportjournalist met interesse in data, statistiek en onderzoek door te zetten. Ik denk dat de combinatie van sport en data op een (te) kleine schaal wordt gebruikt in de sportjournalistiek, met positieve uitzonderingen als Pieter Zwart (VI, voorheen Catenaccio), Michiel de Hoog (De Correspondent) en Tussen de Linies, waar ik zelf ook voor schrijf. Met mijn interesses en voorliefde voor cijfers kan ik in dit gat duiken. Daarnaast wil ik mij richten op verdiepende en analyserende artikelen over actuele gebeurtenissen of opvallendheden.
Een voorbeeld dat hierbij aansluit is het debuut van Sheriff Tiraspol in de Champions League. Ik wil hiervoor een achtergrondartikel schrijven over de bijzondere positie van Sheriff Tiraspol in het Europese voetbal. Maar daarbij wil ik ook dieper ingaan op de achtergrond van de club. Ze komen uit Transnistrië, een autonome regio in Moldavië, een van de armste delen van Europa. Toch krijgen ze het voor elkaar om zich te plaatsen voor de grootste Europese clubcompetitie die ook wordt aangeduid als het ‘miljoenenbal’. Een groter contrast (miljoenenbal – armste regio van Europa) kun je niet hebben.
Zit het publiek hierop te wachten? Dat is een vraag waar ik de komende tijd antwoord op wil zoeken. En wat vindt het publiek ervan? Wat vinden ze van deze artikelen? Om antwoord te vinden op deze vragen wil ik een focusgroep samenstellen, bestaande uit enkele lezers die in mijn publiek vallen. Om met hen te sparren over onderwerpen en bronnen, om feedback te krijgen tijdens en na het schrijfproces en om in contact te blijven met het publiek.
Waar wil ik heen en wat is het doel? Simpel gezegd wil ik onderscheidend zijn in de sportjournalistiek. Dit kan ik omdat ik mijn liefde voor sport combineer met mijn liefde voor cijfers, data en statistiek. Daarnaast bied ik het publiek interessante en diepgraven achtergrondverhalen en analyses over actuele trends in de sport. Iets wat, naar mijn mening, te weinig wordt gedaan in het huidige sportmedialandschap.