Het Antwoord (S5)

Ik sloot mijn belofte in september af met onderstaande alinea:

Waar wil ik heen en wat is het doel? Simpel gezegd wil ik onderscheidend zijn in de sportjournalistiek. Dit kan ik omdat ik mijn liefde voor sport combineer met mijn liefde voor cijfers, data en statistiek. Daarnaast bied ik het publiek interessante en diepgraven achtergrondverhalen en analyses over actuele trends in de sport. Iets wat, naar mijn mening, te weinig wordt gedaan in het huidige sportmedialandschap.

Eind januari ben ik met een semi-tevreden gevoel onderweg naar dit einddoel, dit journalistieke profiel. In mijn antwoord leg ik uit waar dit semi-tevreden gevoel vandaan komt, op welk station ik momenteel sta en hoe ik de komende tijd zorg dat ik op mijn eindbestemming kom. Die eindbestemming kan staan voor het succesvol afronden van deze studie, maar ook voor het vinden, benutten en specialiseren van mijn journalistieke profiel.

Dit half jaar stond voornamelijk in het teken van het onderzoek. Mijn onderzoek was gericht op Tussen de Linies. Dit onderzoek sluit volledig aan bij mijn interesse in voetbal en data, dus ik ben blij dat ik dit onderzoek heb mogen uitvoeren. Zo ben ik de afgelopen maanden bezig geweest met en heb ik mij verdiept in de voetbaldatajournalistieke markt. Daarnaast heb ik veel geleerd van de gesprekken met de journalisten voor dit onderzoek (daarover vertel ik meer in mijn reflectieverslag aangaande het praktijkgericht onderzoek). Deze tips en herinneringen aan de gesprekken neem ik mee in mijn bagage als ik de trein genaamd mijn leerproces bestuur.

Daarnaast stelde ik in mijn belofte dat ik mijn schrijfstijl wilde blijven ontwikkelen. Dit voornamelijk door veel ervaring op te doen en mijn artikelen te laten checken door medestudenten, mijn publiek en de door mij opgezette focusgroep. Ik merk nog altijd dat ik tijdens het schrijven van artikelen dingen leer met betrekking tot taal, dus dat is een gunstig teken. Ik ben blij dat ik naast het grote onderzoek alsnog veel artikelen heb kunnen schrijven. Ik was in eerste instantie bang dat ik hier te weinig tijd voor zou hebben, waardoor ik het schrijven van artikelen op een lager pitje zou zetten en dus mijn schrijfstijl niet zou verbeteren. Maar door een goede planning, kon ik voldoende artikelen schrijven en interviews afnemen.

Zo schreef ik dit half jaar iedere Europese speelronde een artikel over een onbekende club in Europa. Sheriff Tiraspol, NS Mura, Lincoln Red Imps, Bodø/Glimt, Alashkert, Kairat Almaty en Flora Tallinn kwamen voorbij. Deze serie wilde ik graag maken omdat het achtergrondverhalen betreft die dieper ingaan op onder andere politieke, historische en economische situaties van deze clubs en landen. Ik wist dat iedere Europese speelronde (op donderdag) één verhaal uit deze serie online moest (dat was mijn doelstelling) komen. Voor de meeste van deze verhalen had ik gesproken bronnen die ik dus op tijd moest benaderen, zodat ik voldoende tijd had om het artikel te schrijven én tijd te houden voor mijn onderzoeken. Ik denk dat ik hierin het afgelopen jaar zeker geslaagd ben, omdat ik elke keer op donderdag een artikel heb geschreven over eerder genoemde clubs.

Een ander groot project waar ik dit semester aan startte was het rustdagenonderzoek. “Alweer zo’n monnikenwerk met cijfers”, was de reactie van Cécile toen ik het idee pitchte en het eerste werk in Excel liet zien. Een onderzoek naar het effect van het aantal rustdagen op prestaties van teams. Dit onderzoek moet uiteindelijk bestaan uit ruim 7000 handmatig ingevoerde wedstrijden. En dat werk heb ik onderschat, waardoor ik het helaas niet heb kunnen afronden voor de deadline. Wel sluit het volledig aan bij mijn journalistieke profiel. Ik hoop het onderzoek naast mijn minor het komende half jaar te kunnen afronden, waarna ik er een groot artikel van kan maken met verschillende bronnen en experts. Groots uitpakken met dit onderzoek, dat is wat ik wil. Mocht dat succesvol zijn, kan het natuurlijk een kickstart zijn voor mij als voetbaldatajournalist / sportjournalist.

Maar waarom dan een semi-tevreden gevoel en niet volledig tevreden? Nou, dat zal ik even uitleggen. Ik had namelijk nog verder op weg naar mijn eindbestemming kunnen zijn. Ondanks dat ik veel ervaring heb opgedaan met schrijven, heb ik in mijn ogen te weinig geïnterviewd dit semester. Ik heb veel bronnen gesproken en ook veel trainers geïnterviewd voor amateurvoetbaleindhoven.nl, maar geen interviews voor bijvoorbeeld ELF Voetbal. Waarom niet is dan natuurlijk de vraag. Er was niet altijd de tijd voor en corona maakte het ook moeilijk om een persoon ‘in het echt’ te interviewen, maar daarnaast heb ik eigenlijk geen excuses waarom ik het niet gedaan heb. En dat zorgt dan ook voor dat niet volledig tevreden gevoel. Wel heb ik door mijn focusgroep ideeën opgedaan voor interviews (bijvoorbeeld met Cornelisse en De Zeeuw die bij de politie werken, Efmorfidis over zijn olijfolie en maatschappelijke carrière, Tamata die het voetbal verruilde voor een carrière als artiestenbegeleider) die ik mee kan nemen voor een later moment.

Daarnaast ben ik ook niet volledig tevreden over de samenwerking van de condorgroep in het afgelopen half jaar. In de gelinkte blogpost vertel ik er uitgebreid over, maar in het kort: we hebben in mijn ogen te weinig kennis overgedragen dit semester. Corona is daarin maar een heel klein excuus, want natuurlijk vond iedereen het ronduit klote dat we online moesten vergaderen en dat er dan weer iemand in quarantaine zat of iemand getest moest worden. Maar we hebben – op enkele positieve gevallen zoals stageworkshops, rechtbankuitleg van Evy en Albert zijn gehele Wijsneuzen-avontuur – te weinig kennis gedeeld in de vorm van workshops, presentaties, discussies et cetera. Ik denk dat iedereen erbij gebaat was – het is natuurlijk geheel in lijn met de Condorgedachte – als er meer kennisoverdracht had plaatsgevonden. Niet alleen voor het opdoen van kennis, maar ook voor de motivatie en het enthousiasme van enkele medestudenten (incluis mijzelf).

Tijd om af te ronden. Kortom: In mijn ogen ligt mijn journalistieke wagon goed op de rails en ben ik op weg om uiteindelijk het eindstation binnen te rijden. Dit kan ik doen door de komende tijd (maanden? jaren?) veel journalistieke ervaring op te doen binnen ‘mijn journalistieke profiel’. Dat betekent: veel schrijven, veel onderzoeken, veel bezig zijn met cijfers en statistieken, maar ook veel praten met soortgelijke journalisten, veel blijven lezen en veel schrijven. Voorlopig staat mijn trein even geparkeerd op het station, want nu is het tijd voor de minor Audiovisual Storytelling.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *