Met Harry La Vallette terugblikken op zijn trainersloopbaan

Gemiddelde leestijd: 10 minuten

Dit verhaal verscheen eerder op Amateurvoetbaleindhoven.nl

Harry La Vallette stopt na dit seizoen als trainer in het amateurvoetbal. Liefst 26 seizoenen was hij actief op de Brabantse velden, met vele hoogte- en enkele dieptepunten. Vanwege zijn aanstaande trainerspensioen blikken we samen met La Vallette terug op zijn carrière. “Ik heb overal een mooie tijd gehad.”

Na enkele fantastische jaren op het tweede niveau van België bij Patro Eisden en Verbroedering Geel belandt La Vallette begin jaren negentig bij VV Schoten. Onbedoeld staat daar de wieg van zijn carrière als trainer. In eerste instantie tekent hij enkel als speler, maar dat verandert gedurende het seizoen. “We stonden vrij laag in de competitie. Toen heb ik halverwege het seizoen de training moeten overnemen om het seizoen te redden.”

Nadat het seizoen wordt gered, vertrekt La Vallette naar Nieuwmoer. Enkele jaren later komt hij ook nog als speler/trainer uit voor Arendonk, waarna hij in 1995 zijn voetbalschoenen aan de wilgen hangt. Met een langdurige trainersloopbaan in het verschiet begint hij in zijn huidige woonplaats Hilvarenbeek bij Hilvaria. Na periodes bij respectievelijk ZIGO, Brabantia, HMVV, NOAD, Reusel Sport/CoTrans is hij nu aan zijn tweede en laatste seizoen bezig bij Bladella. Een seizoen waarbij het door corona nog maar de vraag is op welke manier het wordt uitgespeeld.

Vele hoogtepunten
In de 26 jaar die La Vallette heeft meegedraaid in het Brabantse amateurvoetbal, heeft hij met verschillende clubs vele hoogtepunten gekend. Het is dan ook lastig om voor hem hét hoogtepunt uit zijn loopbaan te benoemen, maar het eerste wat in hem opkomt is de promotie met HMVV in het seizoen 2010/11. “Met HMVV in dat kleine dorpje. Dat we de nacompetitie tegen ESV wonnen en met de bus terugkwamen in het dorp. Dat zal altijd het meeste bijblijven. Voor Hooge Mierde, dat toen nog nooit in de derde klasse had gespeeld, was het geweldig, zowel voor het dorp als voor de spelers.”

Het jaar in de derde klasse ziet La Vallette, ondanks de degradatie terug naar de vierde klasse, als een hoogtepunt. “Het was vaak een dubbeltje op zijn kant. Veel wedstrijden hadden naar onze kant kunnen vallen, maar vielen naar de kant van de tegenstander. We hadden ook de pech dat Willem van Gisbergen en Geert Hermans lang geblesseerd waren. Anders hadden we denk ik nog wel een jaar in de derde klasse kunnen spelen.”

Naast de promotie met HMVV staat ook het kampioenschap met ZIGO in 2004 nog vers in zijn geheugen. “Dat was prachtig. Ook dat we van Sarto wonnen. ZIGO – Sarto is haat en nijd. In zo’n wedstrijd staan er duizend man naast de lijn. Die dingen blijven toch altijd het leukst.”

Een van de wedstrijden die La Vallette het meest is bijgebleven, is een overwinning op zijn huidige werkgever Bladella. “Met Reusel wonnen we met 5-0 van Bladella. De rode kaart voor Teun Grimbergen en dan die wedstrijd met 5-0 winnen. Dat is wel een van mijn mooiste wedstrijden.”

Dieptepunt
De club waar La Vallette aan het roer stond draaide nagenoeg altijd bovenin mee. Dieptepunten zijn daarom voor de trainer moeilijk aan te wijzen, al koestert hij minder warme herinneringen aan zijn periode bij NOAD. “Ik kreeg op een bepaald moment een telefoontje dat ze met mij in gesprek wilde. Ze wilde een trainer hebben die wat langer blijft.” Een status die La Vallette op dat moment had opgebouwd, want bij zijn vorige clubs HMVV, Brabantia, ZIGO en Hilvaria had hij telkens minimaal vier seizoenen gezeten. “In het seizoen 2015/16 gingen ze fuseren met RKTVV en LONGA toen ik daar kwam. Het sportpark hield op te bestaan en de spelersgroep had volgens mij ook het gevoel dat ze ophielden te bestaan. Op een gegeven moment gingen er veel spelers weg en bleef er niet veel meer over.”

Gelukkig kwam na dat seizoen de positie bij Reusel Sport vrij, waar La Vallette direct aan de slag kon. “Daar heb ik drie jaar gezeten en meermaals de nacompetitie behaald.” Toen na drie jaar de samenwerking tussen La Vallette en Reusel Sport ophield, koos hij voor een overstap naar de grote rivaal: Bladella. Daarmee is hij een van de weinige trainers die bij zowel Reusel Sport als Bladella aan het roer stond. Hij heeft de derby van beide kanten ervaren en merkt enkele verschillen op. “Bij de jongens van Reusel was het op zondag altijd de vraag wat Bladella had gedaan, ook toen ze in de tweede klasse speelde. Andersom moet ik zeggen dat er vanuit Bladel iets minder naar Reusel wordt gekeken. Maar de derby leeft aan beide kanten wel enorm.”

Karakter
La Valette omschrijft zichzelf als een plezierige trainer voor de spelers. “Ik ben niet autoritair. Ik probeer het voor die mannen zo leuk mogelijk te houden. Ik vind het van belang dat ze veel plezier aan het spelletje beleven. Ik ben er niet zo eentje die er de zweep overheen haalt: ze moeten graag komen.” Voornamelijk in zijn periode in België heeft hij veel geleerd over hoe hij als trainer wil voorkomen. “Ik heb van de trainers daar overal iets meegepakt waarvan ik dacht dat ik er iets aan kon hebben. De oefenstof verzinnen wij niet, die is er allemaal al. Maar je leert van iedere trainer weer hoe hij zijn spelers motiveert. Zo heb ik altijd gezegd: ik ga geen boslopen doen. Ook omdat ik het zelf nooit leuk vond om te doen, maar ook omdat ik vind dat je altijd met de bal bezig moet zijn.”

Niet alleen van zijn voormalige trainers en leiders leerde La Vallette tijdens zijn loopbaan bij, ook verschillende spelers waarmee hij mocht samenwerken hebben hem beter gemaakt. “Bij Reusel hadden we bijvoorbeeld Brahim (Hassounfi, red.). Die was toen al 38 of 39 maar knokte altijd. Dat was een voorbeeld, soms ook wel eens negatief, maar hij gaf altijd alles. Daar kon ik enorm van genieten. Zeker als het in de groep wat afzwakte, was hij diegene die de rest weer op scherp kon zetten. Dat waren voorbeelden voor mij als je zo’n speler in het veld had. Ik vind het mooi als ik spelers op de training zie die er altijd voor willen knokken. Daar word ik denk ik ook beter van.”

Memorabele spelers
Tijdens zijn trainerscarrière is La Vallette actief geweest in verschillende klassen, waarbij hij volgens hemzelf altijd geluk heeft gehad dat de club bovenin kon meedraaien. “Je hebt andere trainers die waarschijnlijk veel beter zijn dan ik, maar die toevallig bij een club komen die onderin staan. Daar kunnen ze goed werk leveren, maar nooit kampioen worden. Ik heb altijd het geluk gehad bij de clubs dat er vaak op het moment dat ik kwam een goede spelersgroep was of veel jeugdig en goed materiaal.”

Als gevolg hiervan heeft hij het voorrecht gehad om met enkele topspelers uit het Brabantse amateurvoetbal te mogen samenwerken. Op de vraag of hij er enkele kan benoemen, komt een waslijst aan spelers naar boven. “Als je kijkt bij Bladella een Niels Krekels bijvoorbeeld. Die heeft er vorig jaar zoveel ingeschopt, dat ik bij mezelf denk: geweldig. Maar ook Paul van Heeswijk bij ZIGO was een hele goede voetballer. Bij Reusel had je bijvoorbeeld Mark Faes en Rick Louwers.” Volgens La Vallette is er niet één speler die er bovenuit stak, maar waren het allemaal goede voetballers.

Ook is er één speler waarvan de trainer het jammer vindt dat hij er nooit mee heeft mogen samenwerken. “Bij Hilvaria had je Joost van Doormaal. Dat vond ik een geweldige voetballer, maar hij moest helaas door een blessure stoppen. Dat was wel een speler waarvan ik zeg: die zou ik graag in mijn groep gehad willen hebben.”

Voetbaldier
Wie wel eens bij een wedstrijd heeft staan kijken waar Harry La Vallette als trainer langs de lijn stond, herkent de stem van Corina, de vrouw van Harry, waarschijnlijk wel. “Corina is ook een voetbaldier. Ze komt zelf uit een voetbalfamilie. Zij kan langs de lijn aanmoedigen. Wat dat betreft verschillen we wel ooit qua mening over wat er in het veld gebeurd, maar dat blijf het ook leuk houden. Vroeger ging ze altijd met haar vader bij Hilvaria mee en nu probeert ze er bij mij ook altijd bij te zijn.”

Rode draad
De rode draad die volgens La Vallette door zijn trainersloopbaan loopt is geluk. “Toen ik wegging bij Brabantia zeiden ze daar dat de clubs voor mij in de rij zouden staan. Ik heb daar niets van gemerkt, totdat HMVV belde en ik daar op gesprek ging. Achteraf heb ik geluk gehad dat HMVV voor mij komt en ze een fantastische spelersgroep hebben. Van Brabantia naar HMVV was een stap terug, maar het pakt goed uit. Dat is geluk hebben.”

En het geluk kon voor La Vallette bij HMVV niet op. Naast het eerder benoemde promotiefeest naar de derde klasse behoudt hij nog altijd warme herinneringen aan de Hooge Mierdse club, niet in de laatste plaats dankzij de gezelligheid in de kantine. “Bij HMVV vergeet ik de Sinterklaasvieringen nooit meer, die waren altijd geweldig.”

Ook staat de staf van HMVV nog altijd in zijn geheugen gegrift. “In Hooge Mierde had je als leider Johan Luijten en Driek Hermans. Dat koppeltje was fantastisch om langs de lijn mee te hebben. Het waren twee vrienden van elkaar, dus hoe ze met elkaar omgingen was heerlijk om mee te maken.”

Niet alleen bij Hooge Mierde, maar ook bij de andere clubs heeft hij genoeg leiders gehad die het allemaal net wat leuker en makkelijker maakte voor La Vallette. “Bij Reusel hadden we bijvoorbeeld Cor Jansen, dat is ook een mooie mens. Nu bij Bladella hebben we John (Daniëls, red.). Als je ziet wat hij allemaal organiseert en regelt voor de groep, het is altijd perfect geregeld.” En ook andersom nemen er geregeld personen die hij is tegengekomen tijdens zijn trainersloopbaan nog contact met hem op. Nog voordat La Vallette die zin heeft afgemaakt, wordt hij gebeld door een oud-collegatrainer. In het kort vertelt hij aan de telefoon het verhaal over waar hij nu trainer is en dat hij gaat stoppen. “Zo nemen er nog regelmatig mensen contact met me op.”

Nachtkaars
Bij een carrière van meer dan 26 seizoenen als trainer hoort natuurlijk een waardig afscheid. Maar door de coronaperikelen dreigt een mooi afscheid in het water te vallen. “Ik hoop dat we nog een halve competitie gaan spelen, zodat we het seizoen in ieder geval nog fatsoenlijk kunnen afsluiten. Anders wordt het echt een troosteloos afscheid. Dan gaat het als een nachtkaars uit.”

Hij had zijn afscheid als trainer perfect uitgekiend zodat het tegelijk zou vallen met zijn pensioen. “Eigenlijk zou ik doorwerken tot mei 2021 en dan zou het voetballen voor mij ook stoppen. Maar goed, bij mijn werk kon ik uiteindelijk tien maanden eerder stoppen, maar het was de bedoeling dat het tegelijk zou vallen.” Het pensioen van La Vallette is ook meteen de reden voor zijn afscheid als trainer. “Ik had voor mijzelf de beslissing al genomen. Ik ben in mei 66 jaar, dan is het genoeg geweest. Het is niet dat ik mij fysiek niet goed genoeg voel, maar ik denk wel bij mezelf: laat het nu anderen maar doen.”

Het opvullen van de zondagmiddagen zal geen lastige klus worden, aangezien Harry en Corina in mei hun eerste kleinkind mogen verwelkomen. “Dan word ik opa. Ik denk wel dat ik wat dagen mag gaan oppassen. Daarnaast ben ik ook een fanatiek golfer en ga ik nu regelmatig naar de sportschool.” Toch zullen Harry en Corina nog regelmatig langs de lijn te vinden zijn, maar vanaf komend seizoen zal het geen verplichting meer zijn.

En zo eindigt na dit seizoen zijn rijke voetbalcarrière. “Voetballend heb ik zelf zo’n mooie tijd gehad in België. Ik heb zelfs nog in het Nederlands Elftal in de zaal gespeeld, ik heb een haasje. Een carrière achter de rug met vele kampioenschappen en als trainer mag ik ook niet klagen.”

Voordat het gesprek met La Vallette eindigt, wil hij nog wat meegeven. “Als laatste wil ik alle clubs bedanken. Dat ze mij de gelegenheid hebben gegeven om daar trainer te worden. Ik heb echt overal een mooie tijd gehad.”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *