Waarom de Eredivisie geen trainerskerkhof is (Laatste versie)

Gemiddelde leestijd: 7 minuten

De Eredivisie nam binnen tien speelronden afscheid van vier trainers: John van den Brom verruilde FC Utrecht voor Racing Genk, ADO Den Haag en Fortuna Sittard ontsloegen Aleksandar Rankovic en Kevin Hofland wegens de slechte resultaten en AZ brak met Arne Slot omdat hij in gesprek was met Feyenoord, zonder dat het bestuur hiervan op de hoogte was. Past daardoor het label trainerskerkhof op de Eredivisie? Of houdt de Nederlandse competitie zich vergeleken met andere Europese competities rustig als het gaat om het ontslaan van trainers?

Sinds het seizoen 2010/2011 zijn er 38 Eredivisietrainers ontslagen. Dit blijkt uit een onderzoek waarbij van de top 10 Europese competities is gekeken naar het aantal ontslagen gedurende deze periode. Nederland noteert in het onderzoek het laagste aantal van alle competities.

Mario Captein, voorzitter van Coaches Betaald Voetbal (CBV), kan een verklaring bedenken voor dit lage aantal. “In het buitenland wordt sneller naar ontslag gegrepen naar aanleiding van de resultaten. Trainers krijgen bij een club in Nederland langer de tijd om iets op te bouwen. Ook zijn buitenlandse clubs vaker in handen van externe financiers die de club runnen als een bedrijf.” Deze financiers zitten vaak ook in het bestuur van de club. Daardoor voeren ze de druk op de trainer sneller op als het de verkeerde kant op dreigt te gaan.

Ook gaat er in Nederland minder geld om dan in andere Europese competities. Dit kan volgens Captein leiden tot een prettigere werkomgeving voor de trainer. Omgekeerd geldt hetzelfde. “Hoe meer geld erin omgaat, hoe emotioneler en meer betrokken bestuursleden zijn en hoe sneller wellicht een ontslag valt.”

Heersende voorzitters
Trainers worden in andere Europese landen vaker en sneller ontslagen. Het grootste verschil tussen Nederland en de landen die negatief uit het onderzoek komen, zit in de structuur van de clubs. Neem bijvoorbeeld de Serie A, het hoogste niveau van Italië. Zij spannen in het onderzoek de kroon met 156 ontslagen trainers. Bij de Italiaanse clubs is de voorzitter vaak eigenaar en heeft hij veel geld in de club gestoken. Wanneer hij ziet dat het de verkeerde kant in dreigt te gaan, moet hij een keuze maken: doorgaan met de huidige trainer waarbij de kans op degradatie en financieel verlies groot is? Of een andere koers gaan varen met de hoop dat het nog goedkomt? Dit bevestigt Jurriaan van Wessem, die als correspondent het Italiaanse voetbal al decennialang volgt. “Het heeft met de emotie van de voorzitter te maken. Hij ziet een bedrijfsrisico en denkt dat het fout gaat wanneer hij niet ingrijpt. Als je daarvan overtuigd bent, kan je maar beter snel een nieuwe trainer aanstellen.”

De situatie in Italië is in zekere zin vergelijkbaar met de situatie in Spanje, nummer twee op de ranglijst van meeste ontslagen. Zo is er bij Celta de Vigo haast vergif op in te nemen dat er minimaal één trainer sneuvelt gedurende het seizoen.

Vergelijk dit met de structuur van Nederlandse clubs. Zij hebben allen een Raad van Commissarissen, een toezichthoudend orgaan. Hierdoor kunnen voorzitters of directeuren niet halsoverkop beslissingen nemen, maar is er altijd goedkeuring nodig om bijvoorbeeld een trainer op straat te zetten. Dit is in Italië niet het geval.

Een andere verklaring voor het enorme aantal ontslagen in Italië zijn de te hoge ambities. Deze gaan samen met de financiële belangen. De voorzitter investeert zoveel geld in de club, dat hij vindt dat ze een bepaalde positie op de ranglijst – met de daarbij behorende financiële inkomsten – moeten behalen. Van Wessem voegt hieraan toe: “Er zijn in Italië negen clubs die spelen voor de bovenste zes plekken.” De clubs die niet bij de bovenste zes komen, hebben uiteindelijk niet voldaan aan de verwachtingen van het bestuur. Het gevolg: de trainer ontvangt zijn ontslag.

Momenteel staat het attractief voetballende Sassuolo op de vierde plaats in de Serie A. Zij behoren normaal niet tot de subtop van Italië en hebben realistisch gezien niet de doelstelling om bovenin mee te draaien. “Normaliter houden zij dat niet vol. Maar mocht Sassuolo het wel volhouden, is er weer een club meer die onder hun doelstelling presteert.” Als gevolg daarvan zal het team dat door Sassuolo buiten de top zes-boot valt, hoogstwaarschijnlijk de trainer de laan uitsturen.

Een deel van het elftal van Sassuolo viert een doelpunt. © Getty Images

Belgische koploper
In het lopende seizoen heeft AA Gent de twijfelachtige eer om de ranglijst van trainersontslagen aan te voeren. Over de totaal gemeten periode is Gent ook niet bepaald een trainerswalhalla te noemen: ze ontsloegen tien trainers, het hoogste aantal van alle Belgische clubs. Dit seizoen zette de club al drie trainers op straat. “De grilligheid van het Gentse bestuur speelt daarin een grote rol”, legt Michael van Vaerenbergh, journalist van Sporza, uit.

Om de situatie van de Gentse club te begrijpen, is het goed om wat achtergrond te kennen. In 2013 kreeg de club een financiële impuls van Ivan de Witte, die meteen voorzitter werd. Door die impuls werd de noodlijdende club ineens een topclub. “Daarmee groeiden ook de ambities, met zelfs de landstitel vijf jaar geleden als uitschieter”, voegt Van Vaerenbergh daaraan toe. “Sindsdien heeft Gent alleen moeite om de tweede titel te winnen. De fans en het bestuur zijn té snel té verwend geweest.” De ambities werden snel bereikt. Hierdoor stegen ook de verwachtingen. Het was voor Gent alleen onmogelijk om steeds aan deze verwachtingen te voldoen.

En omdat die verwachtingen bij AA Gent te hoog liggen en de voorzitter groot geldschieter is, ontsloeg de club dit seizoen al drie coaches. “Jess Thorup werd na twee speeldagen ontslagen. Dat was niet per se door de 0 op 6, maar door de lichte onvrede die over zijn functioneren bestond bij het bestuurlijke duo. Louwagie en De Witte zijn koppig en hadden de indruk dat Thorup iets te los omsprong met zijn spelers. Ze grepen in en kozen voor de Roemeense generaal met ouderwetse ideeën Laszlo Bölöni. Een mismatch van jewelste. Na 25 dagen werd hij alweer bedankt voor zijn bewezen diensten.” Assistent-trainer Wim de Decker nam de plek van Bölöni in, maar ook hij hield het niet lang vol bij Gent en kon begin december zijn biezen pakken.

Play-offcompetities
Ook blijkt uit het onderzoek dat clubs in België trainers het snelst aan de kant zetten. De meeste coaches worden daar binnen honderd dagen na de competitiestart uit hun functie ontheven. Hier is ook een reden voor te vinden die het verschil tussen Nederland en in dit geval België verklaart: het competitieformat van de Eerste Klasse A.

Nadat alle clubs elkaar twee keer hebben getroffen, strijden ze namelijk in verschillende play-offcompetities om de uiteindelijke prijzen. Sinds dit seizoen gaan de bovenste vier clubs naar play-off 1, waarin ze strijden om de landstitel. Zo kan je dus op de vierde plaats van de reguliere competitie eindigen, maar alsnog de landstitel pakken, iets wat in de Eredivisie niet mogelijk is. Dit zorgt voor een andere strategie als het gaat om het ontslaan van trainers, erkent Van Vaerenbergh. “Als je een slechte start kent, kun je dat met een andere coach die wel de juiste resultaten haalt nog rechtzetten om play-off 1 te bereiken. Dus een foute inschatting of een relatie die tussen coach en kleedkamer aan het einde van zijn latijn is, maak je liever zo vroeg mogelijk in het seizoen mee. Dit noopt bestuurders aan om sneller tot drastische beslissingen over te gaan.” Belgische clubs ontslaan trainers dus sneller in het seizoen om, hopelijk, met een nieuwe impuls alsnog de aansluiting met de bovenste vier te behouden.

Nog een reden waarom de Eerste Klasse A opvalt in het onderzoek, is het hoge aantal ontslagen in tegenstelling tot het lage aantal clubs. In de voorgaande seizoen namen er zestien clubs deel aan de Belgische competitie. In landen die onder België staan, bijvoorbeeld Engeland of Frankrijk, acteren twintig teams op het hoogste niveau. Dat wil dus zeggen dat er in België minder clubs zorgen voor meer ontslagen dan in andere Europese competities. Laten we hopen dat John van de Brom bij Racing Genk het slechte imago van de Belgische competitie kan opfrissen.


Heb je een vraag, tip, suggestie of feedback? Stuur me een berichtje op Twitter (@n_dierckx) of reageer onder dit bericht.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *