Met de invoering van een derde Europese toernooi door de UEFA is het aantal clubs dat deelneemt aan de Europese competities aanzienlijk gestegen. 96 clubs kruisen, evenredig verdeeld over de drie toernooien, Europa door op zoek naar roem en glorie. Deze groei zorgt ervoor dat ook onbekendere clubs een kans krijgen om hun kunsten in Europa te vertonen. In deze serie licht ik zes van deze clubs – allen actief in de Conference League – uit. Met vandaag: Bodø/Glimt, de in de Noordpoolcirkel gelegen club die afgelopen jaar kampioen van Noorwegen werd.
“Je spreekt die ‘o’ met een streepje erdoor uit als een ‘uh’ en de gewone ‘o’ als een ‘oe’. ‘Boeduh’ dus”, vertelt Joshua Smits telefonisch vanuit Noorwegen. De oud-doelman van onder andere NEC en Almere City speelt sinds de zomer van 2020 voor Bodø/Glimt. “Ik versta het Noors inmiddels goed en kan ook een woordje meepraten. Ik hoef geen Google Translate te gebruiken, haha. Ik heb het geluk dat ik een Nederlander ben, want hun klanken lijken op die van ons. Ik kan mijn teamgenoten goed verstaan en mis geen grapjes meer in de kleedkamer. Ze houden mij niet meer voor de gek, haha!”

Van grijze muis naar Noorse hemel
Bodø/Glimt bestaat al sinds 1916 maar kent geen rijke historie. Op twee bekerwinsten – in respectievelijk 1975 en 1993 – en wat Europese wedstrijden in de jaren zeventig en negentig na maakten de supporters uit Bodø niet veel bijzonders mee. Maar nu speelt de Noorse club in de Conference League, nadat ze vorig jaar kampioen van Noorwegen werden. Ook dit seizoen doet de club bovenin het Noorse voetbal mee. Hoe is deze grijze muis opgeklommen tot een hoogvlieger in het Noorse voetbal?
Er zijn twee momenten die belangrijk zijn geweest in deze kanteling van de Noorse voetbalclub. Ten eerste het moment dat de club bijna failliet werd verklaard. De lokale bank schaarde zich achter de voetbalclub, maar deed dat wel op één voorwaarde: “Het geld dat geïnvesteerd werd, moest naar de academie gaan,” vertelt Øyvind Herrebrøden, journalist van het Noorse dagblad VG. “Er moesten talenten worden ontwikkeld die uit de regio van Bodø komen. Ze konden geen grote bedragen neerleggen voor spelers van buitenaf.”
Het tweede belangrijke moment vond eind 2017 plaats. Hoofdtrainer Aasmund Bjørkan legde zijn taken als hoofdtrainer neer en werd sportief directeur. Hij stelde Kjetil Knutsen aan als nieuwe hoofdtrainer. “Bodø/Glimt heeft al decennialang een bepaalde speelwijze. Bjørkan en Knutsen hebben samen deze speelwijze opnieuw geïntroduceerd én verbeterd,” spreekt Herrebrøden vanuit Noorwegen. “Ook de scouting speelt hierin een belangrijke rol. Ze trekken vaak spelers aan vanuit het tweede en derde niveau van Zweden en Denemarken. Spelers waar niemand ooit van gehoord heeft, maar die wel passen in de speelstijl van Bodø/Glimt.”
In verschillende media wordt deze speelstijl vergeleken met de speelstijl die Jürgen Klopp bij Liverpool hanteert. Smits kan zich vinden in deze vergelijking. “Het heeft te maken met de speelwijze waarin ze zo vroeg en hoog mogelijk drukzetten. We willen snel de bal veroveren zodat we hoog op het veld in balbezit komen. De bal snel in voorwaartse richting spelen. Dat aanvallende voetbal is vergelijkbaar met Liverpool. Maar dat is dan ook het enige waarmee het hier te vergelijken is met Liverpool hoor, haha,” voegt hij er lachend aan toe.

Herrebrøden sluit zich aan bij de woorden van Smits. “Ze veroveren de bal vaak op de helft van de tegenstander door de hoge druk die ze zetten. De tegenstanders konden daar, zeker vorig seizoen, niets op bedenken. Voetballend is het vergelijkbaar met Liverpool, maar qua dominantie leek het meer op Manchester City.” Bodø/Glimt werd vorig seizoen kampioen met negentien punten voorsprong op nummer twee Molde. Monsteruitslagen zoals 5-0, 6-0 en 7-0 kwamen meermaals voor. “Voor Noorse begrippen was het Bodø/Glimt van 2020 uitzonderlijk. Eén van de beste teams die Noorwegen ooit gezien heeft. Van een grijze muis in het verleden zijn ze gegroeid tot een ster in de Noorse voetbalhemel.”
Dit seizoen staat Bodø/Glimt nog altijd bovenaan in de Eliteserien. “Maar de dominantie is iets minder,” legt Smits uit. “De tegenstanders krijgen steeds beter een idee hoe ze ons kunnen bestrijden. Ook hebben we doelpunten ingeleverd met spelers die vertrokken zijn.” Na de succesvolle campagne van vorig seizoen verlieten Jens Petter Hauge (AC Milan, 5 miljoen euro), Kasper Junker (Urawa Red Diamonds, 2,1 miljoen euro) en Philip Zinckernagel (Watford, transfervrij) de Noorse stad. Samen waren zij goed voor 67 doelpunten in alle competities.
“Dit seizoen zijn niet alle inkomende transfers voltreffers gebleken,” voegt Herrebrøden daaraan toe. “Het was na de succesvolle campagne moeilijk om de vertrokken spelers op te vangen met nóg betere spelers. Daar zijn ze helaas niet in geslaagd, waardoor het dit seizoen niet ten out of ten is. Desondanks staan ze nog altijd bovenaan en is de kans zeker aanwezig dat ze wederom kampioen worden.”
Europees debuut
Door het kampioenschap van de Eliteserien in 2020 mocht Bodø/Glimt dit seizoen aantreden in de voorronde van de Champions League. Na enkele verloren en gewonnen kwalificatiewedstrijden verdween de club in één van de 32 balletjes voor de loting van de Conference League-poulefase. “Voor mij is het geen verrassing”, reageert Herrebrøden op de vraag hoe knap die prestatie is, “aangezien Noorwegen altijd een of twee clubs in het Europese voetbal heeft. Na de dominantie in het afgelopen seizoen is het daarom zeker geen verrassing. Maar als je in 2018 tegen supporters van Bodø/Glimt had gezegd dat ze binnen drie jaar Europees zouden voetballen, hadden ze je voor gek verklaard.”
Smits maakt de Europese campagne van binnenuit mee. “Het is de eerste keer in de geschiedenis van de club dat we in een Europese groepsfase spelen. Het zijn gewoon zes Europese wedstrijden die we spelen in een competitie waarin toch enkele grote teams uit Europa zitten. AS Roma behoort tot de top van Europa. Die club komt naar Bodø toe. De mensen hier leven er al maanden naartoe. Kaartjes voor die wedstrijd waren al snel uitverkocht. AS Roma komt hier niet graag heen.”
Geen Nijmegen of Almere
En dat heeft een reden. Bodø ligt zo’n zestien uur rijden vanaf hoofdstad Oslo en bevindt zich in de Noordpoolcirkel. “Het is hier nu nul graden,” vertelt Smits over de omstandigheden, “maar door de wind ligt de gevoelstemperatuur nog wat lager. Die gasten van AS Roma gaan echt niet blij zijn met het slechte weer en het kleine stadion. Die zijn dat niet gewend.”
Zelf vond Smits het niet zo moeilijk om zich op het weer aan te passen. “Het voordeel is dat het hier niet overdreven koud wordt in de winter. Dat heeft met het klimaat te maken.” Het licht was wél een kritiek puntje. “In december heb je hier maar drie uur per dag licht. Dan kwam ik ’s middags rond een uur of twee thuis van de training. De hele dag nog voor me, maar buiten is het al donker. En dan bedoel ik niet schemer, maar echt pikkedonker. Dan gaat zo’n dag toch sneller voorbij. Zeker in de coronasituatie was dat soms lastig, want er kon niemand bij zijn. Dat maakte het af en toe saai.”
Als Smits door Bodø rijdt, kijkt hij zijn ogen uit. “Als ik hierin de stad om me heen kijk, zie ik een paar bergen met sneeuw erop. Alhoewel de bergen op een redelijke afstand liggen van de stad. Toch, als ik naar het stadion ging dan zag ik op de achtergrond de besneeuwde bergen en dan denk je bij jezelf wel: wow, dat is mooi. In de zomer heb je nagenoeg de hele dag licht. Dan rijd ik weleens de bergen in richting de zee. Dat zie je niet in Nederland kan ik je zeggen.”

Ondanks de kou in de Noordpoolcirkel brengt het voetbal warmte in de harten van de Noren. “Iedere voetballiefhebber uit Noorwegen erkent het succes van Bodø/Glimt en heeft de club in hun harten opgenomen. Behalve de supporters van Trømso dan,” besluit Herrebrøden zijn verhaal over Het Liverpool van Noorwegen.
______________
Dit was het derde verhaal uit een serie van zes over onbekendere clubs die dit seizoen deelnemen aan de Conference League. Benieuwd naar eerdere verhalen? Lees ze via de links hieronder.
Lees ook de proloog over Sheriff Tiraspol
Deel 1: Sloveense coëfficiëntendwerg
Deel 2: Gibraltarese debutanten