De derby van toen: de kakkers uit Lage Mierde tegen de Hooge Mierdse boeren

Verhit op het veld, verbroedering in de kantine: zo kunnen de meeste derby’s in het Brabantse amateurvoetbal worden omschreven. Bekend en drukbezocht zijn wedstrijden tussen clubs uit Veldhoven, de twee teams uit Valkenswaard en natuurlijk Reusel Sport en Bladella. In de schaduw van deze titanenstrijden, maar zeker niet minder spectaculair, staat de tweejaarlijkse derby tussen HMVV en SDO’39: de strijd tussen de Mierden.

“Ik irriteerde me in het veld wel altijd aan jou, want je was net zo’n klojo als ik”, zegt Ad van Gestel aan de keukentafel in zijn woonplaats Lage Mierde. Zo’n achttien seizoenen speelde de aanvaller in het eerste elftal van SDO’39. Naast hem Frank Smolders, die tussen 1994 en 2005 centraal achterin stond bij de blauwwitten uit Hooge Mierde. Vaak genoeg kruisten ze de degens in de wedstrijd tussen de Mierden. Hun kijk op de dorpenderby van toen en nu.

Frank Smolders (links) en Ad van Gestel (rechts) met in hun handen de shirts van hun club. © Nick Dierckx

Fysio
In die tijd werd er meer lading aan de wedstrijd gegeven dan tegenwoordig het geval is. Dat kwam mede door een verschil in beleving, merkt Ad op. “Wij leefden heel anders naar die wedstrijd toe dan nu. Toen dacht je bij jezelf: ik mag niet geblesseerd raken voor deze wedstrijd. Ik moet erbij zijn want zondag (tegen HMVV, ND.) gaan we voor goud. Zelfs een keer een zaterdagavond niet drinken want morgen spelen we tegen HMVV.”

Frank sluit zich bij de woorden van Ad aan. “Wij hadden een fanatieke masseur bij HMVV. Als je in de wedstrijd op zondag voor de derby geblesseerd raakte, stond je op maandagavond al bij die masseur. Die zei: morgen nog eens langskomen, dinsdag niet trainen, donderdag op tachtig procent en dan kun je zondag volle bak tegen Lage Mierde. Want die wedstrijd, die wilde je niet missen.”

De aanloop naar die derby werd breed uitgemeten, zowel in de lokale pers als op het voetbalveld. Ad: “Van te voren werd die wedstrijd vaak aangewezen als wedstrijd van de week. Nu is de derby vaak minder zichtbaar.” Frank: “Het begon altijd de zondag voor de derby al. Na de wedstrijd zeiden we tegen elkaar: “Volgende week tegen SDO’39.” In die week was altijd iedereen aanwezig op het trainen. Dat vuurtje wordt nog wat opgestookt door elkaar eraan te blijven herinneren dat we tegen SDO’39 spelen op zondag, waardoor er feller getraind werd. En in de kantine op zaterdag, maar ook in de winkel als je iemand tegenkwam, ging het over die wedstrijd. Dat wekte het derbygevoel nog meer op.” Ad sluit zich aan bij de woorden van Frank: “Deze wedstrijden waren, zeker in de beginjaren bij het eerste elftal voor ons, de krenten in de pap. Ook omdat er in de krant op maandag altijd best wel een flink wedstrijdverslag stond. Dan werd je nog eens herinnerd aan ofwel een verloren wedstrijd of juist aan een leuke wedstrijd. Dat optelsommetje maakte dat er meer lading in de wedstrijd zat, waardoor je als speler daar ook in werd gezogen.”

De kakkers tegen de boeren
Vanuit het opzicht van Ad en Frank was deze wedstrijd niet alleen een strijd tussen twee dorpen. Ad: “Waar de lading vooral inzat, was dat wij de kakkers waren en Hooge Mierde de boeren. Terwijl, voor veel mensen zijn wij ook gewoon boeren, maar voor Hooge Mierdse mensen waren wij de stadse kakkers die altijd vooropliepen in bepaalde dingen zoals gekleurde voetbalschoenen en gedrag. En in Hooge Mierde waren het de boeren die het meer van het werken moesten hebben.” Frank: “Dat verwoord je goed. Jullie waren in onze ogen de kakkers en dat kwam denk ik ook omdat je elkaar niet goed kent. In die tijd kende je elkaar alleen vanuit het voetbal.”

Ook in voetballend opzicht was dit verschil te merken. Ad: “Wij moesten het vooral hebben van het mooie voetbal en HMVV deed het meer op karakter. Wedstrijden die wij verloren van Hooge Mierde waren soms zeker op kwaliteit, maar vaak ook op karakter. Zij klapten er altijd nóg meer bovenop dan dat wij konden.”

In het veld was het niet altijd even vriendelijk, beamen beide heren. Ad: “Bij Hooge Mierde stonden een aantal klootzakken in het veld en die had je bij ons ook.” Frank: “Als ik naar mezelf kijk dan ging er in die wedstrijden wel echt een schepje bovenop. Af en toe zelfs over het randje, al geloof ik niet dat ik ooit rood heb gepakt tegen Lage Mierde.” Ad (met een knipoog): “Ik denk wel dat je er een verdiend zou hebben. Ik heb ook geen rood gepakt tegen Hooge Mierde.” Frank: “Ik deed het altijd wel iets geniepiger.” Ad: “In het veld heb ik jou of een ploeggenoot wel eens de nek willen omdraaien hoor, maar zo ben je binnen de lijnen af en toe.”

Ondanks dat sommige edities al twintig jaar geleden zijn, kunnen de heren zich nog wat dingen herinneren van de gespeelde derby’s. Frank: “Ik vergeet nooit meer dat SDO’39 een keer won in Hooge Mierde. In de middencirkel stond een speler van Lage Mierde naar het publiek en riep: “Kom dan, kom dan.” Dat moet je tegen ons niet doen. De volgende wedstrijd was hij het haasje.”

Stuivertje wisselen
Frank: “Ik kan me ook nog een uitslag herinneren dat wij met 1-5 verloren in Hooge Mierde. Op de een of andere manier weet ik die nog, omdat die toen echt zeer deed. Lage Mierde was gewoon beter dan wij. Tegen iedere willekeurige tegenstander kun je er met 1-5 afgaan, maar tegen Lage Mierde is dat een grote schande.” Ad: “Ja, toen heb ik er volgens mij twee of drie gemaakt, zelfs met m’n kop.” Frank: “Toch bijzonder dat we die wedstrijd allebei nog kunnen herinneren.” Ad sluit zich daar bij aan, maar kan een reden bedenken waarom juist die wedstrijd in het geheugen van beide heren gegriefd staat: “Dat kan ook komen omdat die 1-5 zo overduidelijk was. Vaak was het toch stuivertje wisselen tussen de teams.”

Opkomst van de verbroedering
Dat het verhit in het veld was, is intussen duidelijk. Buiten het veld zijn de derby’s in de Kempen altijd één groot feest, al is dat niet altijd zo geweest. Frank: “Toen ik een paar seizoenen voor 2000 als jonkie bij de oudere mannen in het eerste kwam, gingen we altijd met de auto naar Lage Mierde. Naar Hulsel gingen we op de fiets, maar naar Lage Mierde met de auto.” Zeker als een wedstrijd niet winnend werd afgesloten, werd de kantine niet (lang) bezocht. Frank: “Ik was er ziek van als we niet wonnen. In een van mijn latere jaren bij het eerste moesten we naar Lage Mierde. We waren op dat moment veel beter, moesten winnen, maar het werd 2-2. De nieuwe jongens die bij het eerste elftal waren gekomen vonden dat minder erg en doken gezellig de kantine in. Ik ben toen met een teamgenoot naar huis gefietst, zo ziek waren wij ervan dat we niet gewonnen hadden.”

In de jaren daarna, vanaf 2000, is dat veranderd. Ook buiten het voetbalveld leerden de mannen van SDO’39 en HMVV elkaar kennen, wat leidde tot gezelligheid in de kantines na afloop van de derby. Ad: “Ik was iemand die echt wilde winnen en er ook ziek van was als dat niet lukte. Maar dat wilde niet zeggen dat ik in de kantine niet een pilsje kon drinken. Ik heb zelfs nog ooit met een biertje in de hand André Hazes staan zingen met een HMVV-speler.”

Met veel plezier denken beide heren terug aan deze ‘krenten in de pap’, zoals Ad ze omschrijft. Ad: “Dit waren dé wedstrijden om te voetballen als speler van SDO’39. Een goal maken tegen HMVV was nog altijd mooier dan tegen andere teams. Misschien zullen de jongens van nu dat niet bevestigen, maar als je het afsteekt tegen de wedstrijden nu, is de beleving en alles eromheen in mijn ogen minder geworden.” Frank sluit zich aan bij deze observatie van Ad. “Ik ben de laatste jaren regelmatig gaan kijken, maar vind het af en toe te tam voor een dorpenstrijd. Misschien komt dat doordat je elkaar tegenwoordig beter kent.” Ad: “Vroeger als er in het veld wat gebeurde, kwam je als team voor elkaar op. Dan stond bij wijze van heel HMVV te duwen en te trekken met de jongens van SDO’39. Nu gebeurt er iets en zegt één iemand er iets van, maar blijft de rest gewoon doorvoetballen. Ik mis als toeschouwers af en toe die sfeer, die beleving, die over-mijn-lijkmentaliteit. De derby, maar ook andere wedstrijden in het voetbal, is wat milder geworden.”

Samenwerking
Enkele jaren geleden zijn de jeugdafdelingen van SDO’39 en HMVV gaan samenwerken. Jongens vanaf de O13 voetballen in deze zogeheten combinatieteams. Het brengt voor de rivaliteit een nieuwe beleving met zich mee. De nieuwe lichting spelers die nu doorstroomt naar de selecties van beide teams hebben dit samenwerkingstraject doorgelopen. Frank: “Door de samenwerking krijg je een hele andere derby, want je krijgt spelers tegen elkaar die jarenlang juist met elkaar hebben gevoetbald.” De tijd zal leren of de derby weer zo spectaculair kan worden als in de tijd van Ad en Frank. Wat zeker blijft is dat er twee wedstrijden in het seizoen zijn die niet verloren mogen worden, en dat zijn die tegen de andere Mierde.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *