Weekverslag 18 (7 t/m 11 juni):

Deze week kwam de nieuwe ELF uit. Mijn bijdrage aan ELF 6 bestaat uit een vierpagina-interview met Justin Kluivert en de rubriek Talent over en met Philip Gililow. Ik ben blij dat ik twee mooie verhalen heb mogen maken voor dit nieuwe nummer. Dit zullen mijn laatste bijdragen zijn voor ELF, aangezien ik na deze week nog maar twee weken stageloop.

Wat heb ik gedaan?

Ik heb deze week veel tijd in mijn onderzoek gestopt. Dat werd ook tijd, omdat ik het de afgelopen weken op een lager pitje had staan. Omdat ik zoveel tijd en moeite erin heb gestopt deze week heb ik er vertrouwen in dat ik het op tijd kan afronden.

Vorige week woensdag was ik in Aalsmeer bij The Beach voor een interview met Ben Sparenberg en Evelyn Dobbinga. Bij dat interview gaven de twee footvolley-experts ook tips aan kinderen hoe ze beter kunnen worden in de sport. Deze week heb ik het interview uitgewerkt en er een artikel van gemaakt. Voor het eerst in mijn stageperiode heb ik het interview niet opgenomen, maar steekwoorden meegeschreven. Ik merkte dat het goed ging, ondanks dat ik geen uitgebreide zinnen op papier had staan. Het lukte ook om nadien het interview uit te werken en voor mijn gevoel waren er geen belangrijke zaken die ik niet heb opgeschreven. Het was een leerzame ervaring om eens zonder opname een interview af te nemen.

Wat heb ik geleerd?

Tijdens het redigeren van het interview kwamen toch weer enkele pijnpunten naar voren. Het eerder genoemde ‘kan’ in plaats van ‘kunt’ had zijn intrede weer gedaan. Ook waren er wat kleine taaldingetjes die aangepast zijn. Bijvoorbeeld: ondanks dat -> hoewel en twee keer het onderwerp (ik) in de zin (dus overbodig). Dit zijn echter geen consistente fouten van mijn kant. Natuurlijk neem ik ze wel mee in mijn leerproces. Ook hebben we samen de intro aangepast. Deze was wat aan de droge kant. Ik begon namelijk met Ben en Evelyn, maar zij zijn geen bekende voetballers of sporters, waardoor kinderen hen niet kennen. Door juist een vergelijking te maken met de combinatie van voetbal en beachvolleybal is de intro wat luchtiger, leuker en aantrekkelijker.

Voortgang onderzoek:

Ik heb de enquêteresultaten bekeken en toegevoegd aan mijn onderzoek. Bijna honderd respondenten leveren een interessant beeld op. Een korte samenvatting:

PANNA! valt goed in de smaak bij de abonnees. Dat blijkt uit de lading aan positieve reacties en sterke punten die worden genoemd. Toch heeft slechts 14% ooit een aanvullend product gekocht of deelgenomen aan een Sterrenteamdag. Meest gegeven reden: niet op de hoogte van het aanbod. Dat is jammer en zorgelijk, want ruim tachtig procent geeft aan dat ze wel degelijk een aanvullend product voor hun kind zouden kopen! Vooral producten die buiten worden gebruikt (spellen, skillgamepakketten) vallen goed in de smaak en ook de optie strip- of leesboek is positief ontvangen. Zelf kwamen de ouders nog met o.a. merchandise in de vorm van kleding, ballen en bidons. De belangrijkste waarden die de producten moeten uitdragen zijn het stimuleren om te bewegen (80%) en te lezen (67,2%). Het onder de aandacht brengen van de producten bij de ouders (zij moeten de producten immers kopen) is het voornaamste pijnpunt dat naar voren komt uit de vragenlijst.

Wat heb ik gedaan?

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *