Weekverslag 10 (12 t/m 16 april):

Het was een week met twee gezichten voor mij. Enerzijds ben ik zeer productief geweest voor de EK Special en zijn er verschillende interviewaanvragen voor PA57 de deur uitgegaan. Anderzijds ben ik enkel maandag naar de redactie kunnen gaan i.v.m. coronaklachten van mijzelf en gezinsleden. Donderdag ben ik getest en de uitslag is gelukkig negatief, waardoor ik komende week gewoon weer naar Nijmegen kan.

Wat heb ik gedaan?

Deze week stond voornamelijk in het teken van de EK Special. In deze special met de blik op het komende EK zit voor ieder land een eigen pagina. Hierop is basisinformatie over het land, een verhaal over de bondscoach, een verhaal over de sterspeler en een hoofdverhaal te lezen. Hiervoor hebben we (Geert, Sander en ik) de zes poules verdeeld. Ik ben met Poule C (met o.a. Nederland) en Poule D aan de slag gegaan. In het schrijven van deze pagina’s zit veel tijd. Niet zozeer omdat het veel is, maar wel omdat het leuk moet zijn. Niemand zit erop te wachten om 24 pagina’s aan droge Wikipedia-informatie te lezen. Zeker het hoofdverhaal moet een bijzondere insteek hebben en op een creatieve manier worden geschreven. Dit kost veel research-tijd, waardoor ik zo’n twee à drie landen per dag kon doen.

Verder zijn we ook bezig met de voorbereidingen voor PANNA 57, die eind april naar de drukker gaat. Een verzoek bij RKC Waalwijk voor Kostas Lamprou werd (helaas) afgewezen. Doordat hier een week overheen is gegaan, hebben we voor de zekerheid verschillende nieuwe aanvragen gestuurd, zodat we op het einde niet met lege handen zitten. Mo El Hankouri (FC Groningen) is aangevraagd over zijn passeerbewegingen en Robin Pröpper (Heracles Almelo) over de crosspass. Hopelijk kunnen we bij een van hen of beiden komende week langsgaan voor een interview met instructies.

Wat heb ik geleerd?

De eerder gegeven tips rondom het creatief schrijven heb ik meegenomen in de landenpagina’s voor de EK Special. Verder gaf Geert nog enkele belangrijke tips mee als het gaat om de opbouw van zo’n verhaal:

  • Eindig niet met een vraag. Het is verleidelijk om aan het eind van een stukje een vraag te stellen (‘Kan Noord-Macedonië ook dit toernooi gaan verrassen’ of ‘Wie weet zien we Arjen Robben op het EK terug’). Echter kan deze vraag niet worden beantwoord.
  • Probeer open deuren en clichés te vermijden. Net als bij bovenstaande voegen deze niets toe aan het verhaal. Daarnaast kan iedere boerenl*l bedenken dat ‘Noord-Macedonië als underdog wil verrassen op het eindtoernooi’.
  • Probeer een onderscheidend gegeven te zoeken en vanuit daar een insteek te bedenken. Het verhaal moet geen Wikipedia-pagina worden maar een verhaal. Dit kost veel tijd, omdat je lang bezig bent met zoeken. Maar, het levert doorgaans wél creatievere stukken op.

Ik merk dat ik de tips die ik heb gehad omtrent het creatief schrijven steeds beter weet toe te passen. Om dat aan te tonen heb ik hieronder enkele voorbeelden uitgelicht:

  1. De insteek van het hoofdverhaal van Engeland is dat ze vaak als een van de favoriete naar het eindtoernooi gaan, maar doorgaans onderpresteren. Hun spelers worden eigenlijk constant overgewaardeerd, mede door de home-grown regel die geldt in de Premier League. De beeldspraak die daarbij gevonden is:
    ‘Engelse spelers zijn als woningen in Amsterdam: geen één is eigenlijk waard wat ervoor betaald wordt.’
  2. De sterspeler van Kroatië is Luka Modric. Zijn bijnaam: de Cruijff van de Balkan. Deze bijnaam ontving hij door zijn fysieke uitstraling, maar ook vanwege zijn speelstijl. Ik bedacht voor Modric nog een bijnaam die bij zijn uiterlijk én speelstijl past:
    De bijnaam ‘André Rieu van de Balkan’ misstaat ook niet voor de recordinternational van Kroatië. De haardos is de enige fysieke overeenkomst tussen de twee heren, maar zoals Rieu zijn orkest door ieder concert loodst, dirigeert Modric zijn landgenoten op het veld.
  3. Oostenrijk was een lastig verhaal om te schrijven. Geert gaf als tip: associëren. Ook met het land. Dus: waar denk je aan als je aan Oostenrijk denkt? Inderdaad: sneeuw, bergen en wintersport. Probeer vanuit daar te gaan doorzoeken. Ik kwam tot het volgende:
    Oostenrijk: land van sneeuw, wintersport en bergen. Een tripje door het Oostenrijkse landschap levert een afwisselend beeld op van hoge bergtoppen en diepe dalen. Vergelijkbaar met de prestaties van het nationale team, al zijn de hoge toppen en diepe dalen niet gelijk verdeeld over de tijd.
  4. Oekraïne heeft twee spelers in de gelederen die uit Brazilië komen. Deze zijn genaturaliseerd. In mijn research kwam ik erachter dat Marlos (een van de twee Brazilianen) is geboren in de staat Paraná. In deze staat wonen ruim zeshonderdduizend Oekraïners. Like, wtf. Om enigszins uit te leggen hoe bijzonder het is dat er zoveel Oekraïense mensen in Brazilië wonen, schreef ik het volgende:
    Het is de enige plek ter wereld waar zelfgestookte wodka naast een Caipirinha op de menukaart is te vinden.
  5. Het laatste voorbeeld (alles is overigens te lezen bij het stukje ‘Wat heb ik gemaakt?’ hieronder): Oostenrijk heeft Franco Foda als bondscoach. Een totaal onbekende naam die geen imponerende carrière had als voetballer en trainer. Hij stond o.a. bij Sturm Graz onder contract. Ik kon werkelijk niets bijzonders aan deze man vinden. Het is een zakelijke manager zonder veel poespas of humor. Na heel veel zoeken kwam ik uiteindelijk op een verhaal (in het Oostenrijks) uit. Bij deze heb ik geleerd dat research soms veel tijd kan kosten, maar wel de grappigste stukjes kan opleveren.
    Medio 1987 ontving Franco Foda van toenmalig bondscoach Franz Beckenbauer een oproep voor de Duitse ploeg voor twee oefeninterlands in Zuid-Amerika. In en tegen Brazilië mocht hij tien minuten voor tijd invallen. Foda betrad het veld onder luid applaus van de Braziliaanse supporters. De Duitse ploeg stond verbijsterd toe te kijken: waarom applaudisseren de Brazilianen voor onze invaller? Een dag later schiep de Duitse krant BILD duidelijkheid. Franco Foda kan vanuit het Portugees vertaald worden als Geschlechtsverkehr ohne Bezahlung: gratis de liefde bedrijven dus.

Omdat ik vanaf deze week iedere vrijdag aan de slag zal gaan met mijn onderzoek, zal ik in mijn weekverslag daar ook kort op terugblikken.

Voortgang onderzoek:

Na een brainstormsessie met Roy en wat vooronderzoek op internet had ik van alles in een document staan. Veel vragen, begrippen, termen, research, maar weinig structuur. Daarom ben ik vandaag (vrijdag) terug naar het begin gegaan: wat wil ik gaan onderzoeken en belangrijker: waarom? Aan de hand van de kennisclip van Ruben en bijbehorende verwijzingen naar Nel Verhoeven heb ik een hoofdvraag en deelvragen geschreven om zo te zorgen voor overzicht en structuur. Aan de hand van deze vragen zal ik komende maandag opnieuw een gesprek met Roy voeren. Nadat de vragen vanuit dat gesprek zijn bijgeschaafd, kan ik volgende week aan de slag om een plan te gaan maken hoe ik het onderzoek wil gaan uitvoeren.

Voor nu is dit de hoofdvraag die ik geformuleerd heb:

In hoeverre kan transmedia storytelling in de vorm van fysieke producten bijdragen aan stijgende verkoopcijfers van ELF Voetbal?

De deelvragen moeten samen het antwoord geven op deze hoofdvraag, maar moeten tevens ook voor duidelijkheid zorgen. Daarom heb ik gekozen voor enkele deelvragen die de huidige situatie schetsen, een duidelijke uitleg van de begrippen geven en mij op weg naar een advies kunnen sturen. In het rood heb ik het doel van de deelvraag erbij gezet.

Deelvragen:

Wat is transmedia storytelling en welke vormen worden door ELF reeds toegepast?
Uitleg van het begrip ‘transmedia storytelling’ en omschrijving van de huidige situatie bij ELF.

Op wat voor manier gebruiken andere uitgevers en magazines fysieke producten om hun verkoopcijfers te verhogen?
Een blik bij andere magazines en uitgevers hoe zij dat doen.

Welke mogelijkheden om transmedia storytelling op fysieke producten toe te passen heeft ELF/PANNA!? (met concrete voorbeelden om uit te gaan zoeken)
Uitzoeken welke mogelijkheden er zijn. Hieruit ook twee/drie concrete voorbeelden halen om uit te gaan zoeken als zijnde een casus.

Hoe kunnen deze producten worden ingezet om de exposure van de magazines te verhogen?
Uitzoeken hoe deze producten ervoor kunnen zorgen dat mensen eerder een magazine/abonnement gaan kopen. Onderzoeken waar de invulling van de producten aan moet voldoen om kopers zo ver te krijgen.

Wat zijn de kosten en opbrengsten die hiermee gepaard gaan?
Een casus aangaande de eerder gekozen voorbeelden om concrete cijfers te kunnen bieden. Aan een advies zonder prijskaartje heeft ELF niets, gaven ze eerder aan. Budget is geen godsvermogen.

Wat heb ik gemaakt?

Maandag hebben we het er ook al even over gehad: de geredigeerde versies. In deze landenpagina’s merk ik dat Geert bijna alleen maar taalkundige dingen aanpast en qua insteek/verhaallijn veel intact houdt.

P.S.: Vanmiddag (vrijdag 16 april) ga ik mijn stageproducties in het magazine toevoegen aan dit blog (dus met opmaak). Deze zijn te vinden onder het kopje ‘Stageproducties’.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *